Amsterdamse Joffers

Aan het eind van de negentiende eeuw studeerde Lizzy Ansingh aan de Rijksacademie van Beeldende Kunst in Amsterdam, de huidige Rietveld Academie. Ze had al leren schilderen van haar tante, Thérèse, op de academie kreeg ze les van August Allebé en anderen. Op de academie ontmoette ze diverse vrouwen, met wie ze bevriend raakte en die ze bleef ontmoeten. Het groepje werd later door Albert Plasschaert "De Amsterdamse Joffers" genoemd. Tot de joffers worden gerekend
  • Lizzy Ansingh
  • Nelly Bodenheim
  • Ans van den Berg
  • Coba Ritsema
  • Jacoba Surie
  • Betsie Westendorp-Osieck
  • Jo Bauer-Stumpff
  • Marie van Regteren Altena
De Joffers waren als groep geen stroming in de kunst. Ze hanteerden verschillende stijlen, Nelly Bodenheim tekende en illustreerde meer dan dat ze schilderde. Ze schilderden conventioneel, portretten en stillevens en dergelijke, en hadden in het algemeen weinig op met abstracte kunst. Die kenden ze wel, ze moeten Piet Mondriaan gekend hebben want die was bevriend met Frits Bodenheim, de broer van Nelly. Frits was ook goed bevriend met Lizzy en haar familie.
Een zuster van Ansingh, Threesje Ansingh, ging later ook schilderen, onder de naam "Sorella". Zij wordt niet tot de Joffers gerekend.

Het nichtje van tante Thérèse
Stilleven van Coba Ritsema

Stilleven met pop
van Lizzy Ansingh

Twee vazen met veldbloemen
Betsie Westendorp-Osieck